Arbeidskorting discriminerend bij WGA-uitkering van UWV in plaats van via werkgever!
Is er sprake van schending van het discriminatieverbod door ongelijke behandeling voor de arbeidskorting van een WGA-uitkering – dit naar gelang de uitkering is betaald door het UWV of via de werkgever? Naar oordeel van de Hoge Raad zit daar geen relevant objectief verschil in.
Toch vindt de Hoge Raad het een taak van de wetgever om in het geconstateerde rechtstekort te voorzien. De arbeidskorting die de belastingplichtige in de aangifte inkomstenbelasting had geclaimd, wordt niet toegekend.
De casus
Een man had een WGA-uitkering rechtstreeks via het UWV ontvangen. Hij had deze uitkering, samen met het loon, in zijn aangifte IB aangemerkt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. De rechtstreeks van het UWV ontvangen WGA-uitkering telt echter niet mee voor de berekening van de arbeidskorting. Terwijl een via de werkgever ontvangen WGA-uitkering daarvoor wél meetelt.
WGA-uitkering terecht niet meegeteld
De inspecteur ging niet akkoord met de verhoogde arbeidskorting. Het gerechtshof gaf de inspecteur gelijk en oordeelde dat de WGA-uitkering terecht niet is meegeteld in de berekening van de arbeidskorting. Het arbeidsinkomen dat als berekeningsgrondslag voor de arbeidskorting geldt, is het gezamenlijke bedrag dat door de belastingplichtige met tegenwoordige arbeid is genoten. De Hoge Raad was het eens met dit standpunt van het hof. Wel vond de Hoge Raad het onderscheid tussen de rechtstreeks door het UWV betaalde WGA-uitkering en de betaling van de WGA-uitkering via de werkgever in strijd met het discriminatieverbod. Het is aan de wetgever om hier wat aan te doen, aldus de Hoge Raad.