Belastingdienst geeft duidelijkheid met Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties
Sinds de aankondiging dat het handhavingsmoratorium per 2025 wordt opgeheven, is er een hoop onrust ontstaan bij werkgevers en zzp’ers. In een poging die onrust weg te nemen, is op de website van de Belastingdienst recent de Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties gepubliceerd.
De publicatie van deze toelichting volgde na een aangenomen motie in de Tweede Kamer. Daarin werd de regering verzocht om voor 1 november jl. een duidelijk afwegingskader te publiceren op de site van de Belastingdienst. De toelichting brengt de feiten en omstandigheden in beeld, die belangrijk zijn om te kunnen beoordelen hoe een arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en opdrachtgever kwalificeert. Ook wordt duidelijk hoe u deze feiten en omstandigheden dan moet afwegen. Anders gezegd: wanneer valt het kwartje dan de kant op van de arbeidsovereenkomst en wanneer naar werken als zzp’er?
Gefaseerde beoordeling
Om te beoordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, kijkt de Hoge Raad naar twee opvolgende fases. Als eerste ligt de focus dan bij de uitlegfase: welke werkafspraken hebben partijen gemaakt en hoe voerden ze die uit? Welke rechten en plichten zijn er overeengekomen en hoe zijn deze in de praktijk uitgevoerd? Bij de opvolgende kwalificatiefase wordt staat de vraag centraal of de werkafspraken en de uitvoering daarvan voldoen aan de eisen van een arbeidsovereenkomst. Let op: de feitelijke uitvoering geeft de doorslag bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Oók als die afwijkt van wat partijen hebben afgesproken(!).
Bepalende factoren
De verse toelichting van de Belastingdienst bevat overigens geen nieuwe gezichtspunten. Wie de toelichting leest, ziet dat er vooral wordt aangehaakt bij het beoordelingskader uit het Deliveroo-arrest. Hierin oordeelde de Hoge Raad dat de kwalificatie van een overeenkomst als arbeidsovereenkomst afhangt van alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien. Onder andere de volgende punten kunnen hierbij van belang zijn:
- de aard en duur van de werkzaamheden;
- de manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald;
- de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever;
- wel of geen verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren;
- de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen;
- de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald;
- de hoogte van de beloning;
- de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt;
- de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Bijvoorbeeld: wat doet de opdrachtnemer om opdrachten en een goede naam te krijgen, hoe behandelt de Belastingdienst de opdrachtnemer, hoeveel opdrachtgevers zijn er en hoelang werkt de opdrachtnemer meestal voor een opdrachtgever?