Kunt u een oproepkracht voortaan zomaar thuis laten zitten?

Een werkgever neemt een oproepkracht aan, maar heeft vanwege grote drukte nog geen arbeidsovereenkomst kunnen (laten) opstellen. Op de loonstrook staat echter vermeld dat de oproepkracht een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft. Maar hoe bewijs je dit nog als werkgever wanneer er een geschil ontstaat?
Na ruim 4 maanden wordt de werknemer gezegd dat hij voortaan thuis kan blijven, maar dat is niet zonder risico (!). De werknemer om wie het hier gaat, kan namelijk aantonen dat hij in de maanden hiervoor wekelijks heeft gewerkt en ook nog eens gemiddeld meer dan 20 uur aanwezig is geweest. Daar komt ook nog eens bij dat hij op vaste dagen moest verschijnen. Op grond van de in de wet vastgelegde rechtsvermoedens kan deze werknemer aantonen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het besluit van de werkgever komt neer op een ontslag op staande voet, waarvoor geen redelijke grond aanwezig is. De werknemer heeft recht op doorbetaling van het loon voor ten minste het gemiddeld gewerkte aantal uren. Ook zou hij een vordering kunnen indienen vanwege onrechtmatig ontslag.
Wetsvoorstel “meer zekerheid flexwerkers”
Het wetsvoorstel “meer zekerheid flexwerkers” is op 19 mei jl. ingediend en zal de positie van oproepkrachten verder verbeteren. Het is de bedoeling om dit in te laten gaan per 1 januari 2027. In plaats van het nulurencontract komt er een bandbreedtecontract, waarin een minimum- en een maximumaantal uren wordt afgesproken. Daarbij mag het maximumaantal uren maximaal 130% van het minimumaantal uren zijn (bij een minimum van 10 uur is het maximum dus 13 uur).