Werkgevers: let op bij verlenging BBL-overeenkomst!
Een werkgever heeft een BBL-overeenkomst gesloten met een werknemer die bezig is met zijn opleiding. Deze overeenkomst eindigt bij het behalen van het diploma of uiterlijk op 31 juli 2020. Als de werknemer zijn diploma eerder haalt, ontstaat er een (werkgevers)risico.
De werknemer haalt zijn vakdiploma eerder dan de einddatum (16 maart 2020) en de arbeidsverhouding wordt voortgezet. Daarna worden vanaf 1 augustus 2020 in totaal 3 overeenkomsten voor telkens 12 maanden afgesloten. Dit lijkt goed te gaan, omdat de ketenregeling (maximaal 3 contracten) tijdens de BBL-periode niet van toepassing is. Maar kan dit dan toch nog fout uitpakken voor deze werkgever?
Werknemer in het voordeel
In de rechtszaak over deze kwestie oordeelt de rechtbank Gelderland onverwacht tóch in het voordeel van de werknemer. De overeenkomst is voortgezet nadat de werknemer zijn vakdiploma heeft behaald. Maar deze overeenkomst moet niet gezien worden als een arbeidsovereenkomst in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg. De telling van de ketenregeling begon daardoor al eerder, waardoor de maximale duur van 36 maanden overschreden werd. De werkgever die de zieke werknemer meedeelt dat zijn laatste contract afloopt, komt hij daardoor van een koude kermis thuis. Omdat er een overeenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan, kan de werknemer namelijk gewoon loondoorbetaling vorderen.